Veel ondernemers hebben geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Sommigen kunnen zich moeilijk of helemaal niet verzekeren door hun beroep, leeftijd of medische dossier. Anderen hebben bepaalde vooroordelen over verzekeraars: duur, onbetrouwbaar, keren nooit uit. Die kwalificaties zijn niet altijd terecht. De premiehoogte is subjectief: wat is duur? En verhalen over geweigerde uitkeringen doen het op feestjes beter dan positieve ervaringen van dankbare arbeidsongeschikte ondernemers.
Er zijn ook zelfstandigen die denken dat ze zelf een goede buffer hebben geregeld en daardoor geen AOV nodig hebben. In de reacties op het wetsvoorstel voor de BAZ kom je dit regelmatig tegen. De aanwezigheid van vermogen wordt vaak genoemd, maar men vertrouwt ook op de partner.
Tot slot wordt de kans op arbeidsongeschiktheid behoorlijk onderschat. Dat overkomt toch alleen jouw buurman met een zwaar beroep? Of die nicht met een aangeboren hartafwijking? Jij leeft gezond en hebt geen gevaarlijke werkzaamheden, dus welk risico loop je nu helemaal?
Met dit artikel hoop ik jullie een beetje aan het denken te zetten. Breng je eigen situatie eens in kaart en bespreek de uitkomst met je partner of een goede vriend(in). Wat zou jij een ander adviseren als die in jouw schoenen stond? En hoe zou je erover denken als die zelfstandige jouw partner is?
Mij overkomt het niet
Optimisme is kenmerkend voor succesvolle ondernemers. Je ogen sluiten voor risico’s die iedereen loopt is echter niet verstandig. Slechts een klein deel van alle arbeidsongeschiktheid wordt door je werk veroorzaakt. Maar waarom is de premie voor fysieke beroepen hoger dan voor administratieve en adviserende werkzaamheden? Dat komt niet alleen door het risico dat je door je eigen werk uitvalt. Ook het gevolg van een klacht of aandoening voor jouw situatie speelt een rol. Als een glaszetter en een coach allebei hun pols breken tijdens het schaatsen, zal de glaszetter tijdelijk moeten stoppen terwijl de coach grotendeels door kan werken. De mogelijkheden tot re-integratie spelen eveneens een rol.
De meeste uitval komt door pech die iedereen kan overkomen: sportblessures, burn-out, hart- en vaatziekten, kanker, ongevallen, hernia of andere rugklachten, auto-immuunziekte, beroerte, post-COVID en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ziektes en ongelukken maken geen onderscheid. Eén op de drie zelfstandigen raakt arbeidsongeschikt tijdens het werkzame leven. Het is op z’n minst opmerkelijk dat veel ondernemers hun auto beter verzekeren dan het belangrijkste bedrijfsmiddel: zichzelf!
Wist je dat: arbeidsongeschiktheid vaak de oorzaak is van een faillissement van een verder gezond bedrijf?
Uit het leven gegrepen
Waargebeurde verhalen werken meestal goed, daarom deel ik een aantal voorbeelden uit mijn eigen praktijk en van bevriende AOV-adviseurs.
- Een vrachtwagenchauffeur kreeg last van epileptische aanvallen en mocht niet meer rijden. Heel zuur, want trucks waren zijn lust en zijn leven. Thuiszitten maakte hem doodongelukkig. Door een omscholingstraject, gefinancierd door zijn verzekeraar, kon hij gelukkig als planner aan de slag bij een groot transportbedrijf.
- Tijdens snoeiwerkzaamheden zwiepte een tak van een giftige struik in het oog van een tandarts. Zij verloor zicht in dat oog waardoor ze geen diepte meer kon zien en werd afgekeurd voor haar beroep. Het financiële gevolg was groter dan haar weggevallen inkomsten, want ze had net geïnvesteerd in een eigen praktijkruimte.
- Ik sprak ooit een timmerman die door een ontsteking in het topje van z’n wijsvinger geen spijker of hamer meer kon vasthouden. Dat heeft een jaar geduurd. Je staat er niet bij stil tot zoiets je overkomt.
- Een lichte kop-staart-aanrijding zorgde voor hersenletsel bij een consultant. Concentratieproblemen en overprikkeling waren het gevolg. Haar privéleven is ook behoorlijk aangetast. Deze vrouw leeft nu als een kluizenaar en kan helaas geen boek meer lezen of film bekijken: dat duurt te lang.
- Door een complexe enkelfractuur mocht een marktkoopman niet meer autorijden. En na een dag staan in z’n kraam moest hij twee dagen herstellen. Doorwerken was dus geen optie.
- Boekhouder: een spreekwoordelijk ongevaarlijk beroep. Maar ik ken er eentje die werd getroffen door zware depressies. Ze heeft haar werk nooit meer op kunnen pakken.
- Als laatste noem ik een witgoedhandelaar die door hardnekkige rugklachten z’n zaak heeft moeten verkopen. Gelukkig kon hij nog een koper vinden in een tijd waarin steeds meer consumenten liever online shoppen.
Wat is duur?
Toegegeven: een AOV is geen goedkope verzekering. Van de maandelijkse premie kun je ook leuk uit eten gaan. Maar kun je het arbeidsongeschiktheidsrisico zelf opvangen door ervoor te sparen? Reken even mee:
- Een ondernemer van 36 jaar wil bij arbeidsongeschiktheid € 2.000 netto per maand ontvangen tot de AOW-leeftijd (huidige inschatting: 69 jaar).
- Bij blijvende arbeidsongeschiktheid hebben we het over 33 jaar x 12 maanden x € 2.000 = € 792.000 netto!
- Met 2% jaarlijkse stijging (om inflatie op te vangen) kom je op ongeveer € 1 miljoen…
Zoveel heeft bijna niemand op z’n spaarrekening staan, daarom kun je dit risico aan een verzekeraar overdragen. Hier staat een premie tegenover, die overigens fiscaal aftrekbaar is.
Sommige zelfstandigen vinden € 100 of € 200 per maand te duur, en besluiten te wachten tot ze genoeg verdienen. Maar wanneer verdien je genoeg? En ben je dan nog steeds gezond, of wordt het afsluiten van een verzekering al wat lastiger? Juist als je financieel kwetsbaar bent kun je beter je risico’s goed afdekken. Er zijn diverse manieren om je premie in het begin laag te houden, zoals aanvangskortingen en een combinatietarief. De komst van de verplichte BAZ (verplichte AOV) is nog een extra argument om nu – vóór de peildatum – zelf iets te regelen.
Reken de premie eens om naar een opslag op je uurtarief. Dat is vaak minder dan je denkt. Jouw uurtarief als zelfstandige is niet voor niets hoger dan wat je in loondienst verdiende. Nu moet je immers zelf je arbeidsongeschiktheid, je pensioen, je aansprakelijkheid en periodes zonder werk afdekken. De zelfstandigenaftrek is ooit ingevoerd als tegemoetkoming hiervoor, maar wordt nu door veel ondernemers alleen als fiscaal voordeel gezien.
Wist je dat: werkgevers ca 10% van de loonsom betalen aan premies voor diverse arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor hun werknemers?
Liever sparen?
Een appeltje voor de dorst is altijd goed. Hoe hoger je spaarsaldo, hoe langer de wachttijd op jouw AOV kan zijn. Heb je een verzekering die na één maand uitkeert maar is je buffer inmiddels groot genoeg om drie maanden op te vangen? Dan kun je de wachttijd verlengen naar drie maanden. Ga wel aan de veilige kant zitten want een verzekeraar keert niet exact na drie maanden uit, er is slechts één uitkeringsmoment per maand. Hou ook rekening met de kleine kans dat je na je herstel opnieuw uitvalt en weer drie maanden moet wachten.
De volgende stap is zes maanden, etc. Op deze manier is je AOV altijd het spiegelbeeld van jouw eigen reserve. Bij de meeste verzekeraars mag je de wachttijd op ieder moment verruimen, bij sommige verzekeraars pas na het eerste verzekeringsjaar. Omdat het risico voor de verzekeraar kleiner wordt hoef je geen gezondheidsvragen te beantwoorden. Voor de dames onder ons: besef dat de wachttijd doorgaans ook geldt voor een zwangerschapsuitkering. Daarbij loont het om een korte wachttijd aan te houden.
Het verschil in premie is soms klein, dus zoek dit vooraf goed uit.
Heb je echt een flinke buffer opgebouwd en voor de maximale wachttijd gekozen, dan kun je vervolgens denken aan verlaging van het verzekerde bedrag of een lagere eindleeftijd. Maar zorg ervoor dat jouw arbeidsongeschiktheidsreserve ook echt alleen hiervoor kan worden gebruikt. Dit bedrag is dus niet bedoeld voor investeringen, een periode zonder opdrachten, een nieuwe auto, etc. En het is ook niet zeker dat je dit geld als pensioen kunt gebruiken, want misschien is het er tegen die tijd niet meer.
In voor- en tegenspoed
Ondernemers die getrouwd zijn of samenwonen rekenen vaak op financiële steun van hun partner in tijden van nood. Op zich is dat een mooie en logische gedachte, maar de werkelijkheid is soms minder rooskleurig. Jouw partner kan immers ook arbeidsongeschikt raken, zijn of haar baan verliezen of overlijden. Ga er niet van uit dat jij op zo’n moment snel nog een AOV gaat afsluiten. Je hebt dan wel wat anders aan je hoofd. Door een lange periode vol stress en mantelzorg ben je zelf ook niet op je best, wat het afsluiten van een verzekering bemoeilijkt.
Wanneer jij uitvalt moet jouw partner thuis alle ballen in de lucht houden, zeker als je kinderen hebt. De kans dat jouw partner meer kan gaan werken is dan gering. Misschien gaat hij of zij zelfs minder werken. Naast de vraag of jouw partner financieel voor jou kan zorgen, is de vraag of je partner dat ook wil. En wil jij financieel afhankelijk worden van jouw partner?
Plotselinge en/of langdurige arbeidsongeschiktheid doet iets met mensen. Je bent niet meer de succesvolle ondernemer van weleer, hebt lichamelijk ongemak, moet een nieuwe invulling geven aan je leven. Deze veranderingen kunnen invloed hebben op je relatie. Ik heb meerdere huwelijken zien stranden als gevolg van arbeidsongeschiktheid.
Wist je dat: sommige mensen juist tijdens een ziekteperiode hun knopen tellen en beseffen dat ze niet meer verder willen met hun partner?