Op de polis van een arbeidsongeschiktheidsverzekering staat een verzekerd bedrag vermeld. Meestal is dat een jaarbedrag, sommige verzekeraars werken met een bedrag per maand. Maar is dit ook het bedrag dat je ontvangt bij arbeidsongeschiktheid? Dat hangt van veel zaken af. In dit artikel laat ik zien hoe de maandelijkse uitkering wordt berekend aan de hand van ondernemers Frank en Marleen.
Eigenrisicotermijn en uitkeringsdatum
Verzekeraars hanteren een eigenrisicotermijn, ofwel wachttijd. Na het verstrijken daarvan heb je recht op een uitkering. Frank heeft gekozen voor een eigenrisicotermijn van 1 maand. Vanaf 7 augustus 2024 kan hij niet meer werken door een ongeluk, zijn recht op uitkering begint op 7 september. Hij krijgt echter niet meteen geld. Een verzekeraar keert – net als een werkgever of pensioenfonds – op een vaste betaaldag uit, bijvoorbeeld de 25e van de maand. Op 25 september krijgt Frank de eerste uitkering voor 24 dagen, namelijk 7 t/m 30 september. Op 25 oktober kan hij de eerste volledige maanduitkering tegemoet zien.
Marleen heeft op 29 mei 2024 aan haar verzekeraar gemeld dat ze ziek is. Haar wachttijd bedraagt 90 dagen (de ene verzekeraar drukt de wachttijd in maanden uit, de andere in dagen). Zij heeft recht op een uitkering vanaf 27 augustus. Maar de vaste uitkeringsdatum is net voorbij, daarom ontvangt zij eind september een uitkering voor meer dan een maand. Ze had voor een wachttijd van 3 maanden gekozen omdat haar buffer groot genoeg was om deze periode te overbruggen. Dat ze bijna maand extra moest wachten, daar had ze niet op gerekend.
Het verzekerde jaarbedrag wordt door 365 (366 in een schrikkeljaar) gedeeld om het uit te keren dagbedrag te bepalen. Bij private verzekeringen tellen alle dagen mee, inclusief weekend- en feestdagen. In maanden met 30 dagen ontvang je daarom minder dan in maanden met 31 dagen. In februari is de uitkering het laagst.
Gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
Marleen is inmiddels weer een aantal uren per dag aan het werk. Er wordt vastgesteld voor welk percentage zij arbeidsongeschikt is. Op basis daarvan ontvangt zij een pro rata uitkering. De meeste verzekeraars hanteren de volgende staffel:
Mate van arbeidsongeschiktheid | Uitkeringspercentage |
---|---|
0-25% arbeidsongeschikt | 0% |
25-35% arbeidsongeschikt | 30% |
35-45% arbeidsongeschikt | 40% |
45-55% arbeidsongeschikt | 50% |
55-65% arbeidsongeschikt | 60% |
65-80% arbeidsongeschikt | 75% |
80-100% arbeidsongeschikt | 100% |
Dit percentage kan gedurende de uitkeringsperiode toenemen, bijvoorbeeld als de klachten verergeren, of juist afnemen door herstel. Frank was aanvankelijk volledig arbeidsongeschikt maar kan vanaf 10 november weer 40% werken. Vanaf dat moment wordt zijn uitkering verlaagd naar 60%. Zijn uitkering in november bestaat uit 9 x dagbedrag x 100% + 21 x dagbedrag x 60%.
Opnieuw uitval
Gelukkig is Frank vanaf medio december weer volledig aan het werk. Maar helaas krijgt hij eind februari opnieuw klachten. Zijn verzekeraar beschouwt dit als één ononderbroken arbeidsongeschiktheidsperiode en past de eigenrisicotermijn niet opnieuw toe omdat zijn klachten binnen 3 maanden terugkeren. Daardoor herleeft Franks recht op een uitkering per direct. Maar let op: andere verzekeraars hanteren hiervoor een termijn van 1 maand… Dat zou betekenen dat Frank wederom de eerste maand zelf moet opvangen.
Bruto en netto
Marleen heeft zich verzekerd voor € 36.500 per jaar, ofwel € 100 per dag. Dit is een bruto bedrag. De verzekeraar moet op haar uitkering loonheffing inhouden en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekeringswet (ZVW). Marleen ontvangt daarom een lager netto bedrag op haar bankrekening. Ze krijgt maandelijks een uitkeringsspecificatie, een soort loonstrook. De verzekeraar geeft aan de belastingdienst door wat er dat jaar bruto is uitgekeerd en welke inhoudingen er zijn gedaan. Deze gegevens vindt Marleen terug in haar vooraf ingevulde aangifte. Ook ontvangt ze een jaaropgaaf.
In november 2024 (30 dagen) zal ze ongeveer € 1.950 netto uitbetaald krijgen, in december (31 dagen) ca € 2.001. Omdat de belastingpercentages en de ZVW-premie jaarlijks veranderen zullen de netto uitkeringen volgend jaar anders zijn.
Marleen krijgt waarschijnlijk de vraag of ze wil dat haar verzekeraar rekening houdt met de loonheffingskorting. Ze kan dit het beste met haar boekhouder bespreken, die waarschijnlijk een inschatting zal maken of er in het betreffende kalenderjaar ook andere inkomstenbronnen zijn. Vaak zal blijken dat het verstandig is om de korting niet toe te laten passen. De uiteindelijke belastingaanslag houdt immers rekening met de korting waar je recht op hebt. En de meeste Nederlanders houden niet van achteraf bijbetalen.
Uitzonderingen op de regel
De hoofdregel luidt: over een periodieke uitkering wegens arbeidsongeschiktheid betaal je belasting, de premie hiervoor is fiscaal aftrekbaar. Eenmalige uitkeringen, zoals een ongevallenverzekering of een letselschadevergoeding, zijn onbelast.
Enkele verzekeraars kennen de mogelijkheid om de uitkering netto, dus zonder inhoudingen, te ontvangen. De premie is dan ook niet aftrekbaar. Deze constructie is gebaseerd op een specifieke afspraak met de belastingdienst: de verzekering geeft recht op een eenmalige uitkering die via maandelijkse voorschotten wordt uitbetaald. Dit moet expliciet op de polis worden vermeld. Je kunt dit niet gedurende de looptijd aanpassen. Als je de premie per ongeluk toch een keer aftrekt, vervalt de uitzondering en is de hoofdregel voortaan van toepassing.
Een AOV kan recht geven op een eenmalige uitkering in geval van zwangerschap/bevalling, adoptie, bevalling van de partner en/of overlijden van een gezinslid. Ook voorzien sommige AOV’s in een eenmalige (extra) uitkering bij blijvende invaliditeit of overlijden als gevolg van een ongeval. Over deze uitkeringen hoeft geen belasting te worden betaald! Dit is ook het geval als de bevallingsuitkering gespreid over een aantal maanden wordt uitbetaald. Heb je in diezelfde periode eveneens recht op een (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheidsuitkering, dan wordt deze belaste uitkering tijdelijk vervangen door de onbelaste bevallingsuitkering. Het maakt niet uit wat de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid is. Na afloop van de bevallingsuitkering hervat de ‘reguliere’ arbeidsongeschiktheidsuitkering eventueel weer.
Indexering
Marleen heeft gekozen voor een uitkering die jaarlijks met 2% stijgt, vanwege de inflatie. Haar verzekering is ooit in maart afgesloten, daarom zal haar uitkering in maart stijgen. De eerste verhoging kan dus al enkele maanden na het eerste uitkeringsmoment plaatsvinden.
Frank heeft niet alleen gekozen voor een uitkering die jaarlijks stijgt, hij heeft er tevens voor gezorgd dat het verzekerde bedrag jaarlijks toeneemt zolang hij nog werkt. Hierdoor zal zijn verzekerde bedrag waarschijnlijk beter aansluiten bij zijn actuele uitgavenpatroon.
Verzekerde bedrag bepalen en periodiek controleren
Het zal jullie misschien opvallen dat je naar verhouding netto minder van de uitkering overhoudt dan van je winst. Dat klopt: je hebt geen recht op ondernemersaftrek over de uitkering en je krijgt ook geen arbeidskorting. Iets om rekening mee te houden bij het afsluiten van een AOV.
Sowieso is het verstandig periodiek na te gaan of het bedrag nog klopt met jouw situatie en wensen. Zijn je uitgaven gestegen sinds je het verzekerde bedrag voor het laatst vaststelde? Is je partner misschien minder gaan verdienen?
Zolang je niet arbeidsongeschikt bent kun je jaarlijks het verzekerde bedrag met maximaal 10 of 15% verhogen, mits je inkomen hoog genoeg is. Daarvoor is geen volledige gezondheidsverklaring nodig maar een korte ‘validiteitsverklaring’. Je verklaart daarmee dat je op dat moment niet arbeidsongeschikt bent en dat ook de afgelopen maanden niet bent geweest. De exacte inhoud van zo’n verklaring verschilt per verzekeraar. Dit periodieke verhogingsrecht wordt ook wel optierecht of onderhoudsregeling genoemd.
Premievrijstelling wegens arbeidsongeschiktheid
Het zit Frank niet mee: een operatie blijkt nodig, gevolgd door een langdurig revalidatietraject. Mede door enkele complicaties duurt het een aantal jaren voordat hij volledig is hersteld. Een jaar na zijn ongeval wordt zijn verzekering premievrij voor het op dat moment geldende arbeidsongeschiktheidspercentage. Vanaf 7 augustus 2025 hoeft Frank geen premie meer te betalen omdat hij dan 100% arbeidsongeschikt is. Hij had kort daarvoor de premie voor het komende kwartaal overgemaakt, daarom ontvangt hij het te veel betaalde bedrag terug. Na verloop van tijd wordt het uitkeringspercentage verlaagd naar 75%. Vanaf dat moment wordt de premievrijstelling ook 75% wat betekent dat Frank weer 25% gaat betalen. Telkens als hij verder re-integreert gaat zijn uitkering omlaag en zijn premie omhoog.
De meeste verzekeringen worden na 1 jaar arbeidsongeschiktheid premievrij. Tegenwoordig kun je bij een enkele verzekeraar ook kiezen voor premievrijstelling direct na afloop van je eigenrisicotermijn. De verwachting is dat meer verzekeraars dit gaan aanbieden.
Tot slot
Zowel Marleen als Frank merken dat hun uitkering onvoldoende is om alle kosten van levensonderhoud op te vangen. Bezuinigen blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Toch zijn ze allebei erg blij dat ze een AOV hebben! Ze hebben zich allebei voorgenomen gebruik te maken van het verhogingsrecht, zodra ze lang genoeg klachtenvrij zijn om de validiteitsverklaring te ondertekenen. In een volgend artikel ga ik in op het bepalen van het benodigde verzekerde bedrag.